Eyjafjallajökull

Eyjafallajökull

Versión en español no disponible.

Article published in Post Scriptum, Journal of the Faculty of Philosophy of Erasmus University Rotterdam, Vol. 1, Issue 2, June 2010 (in Dutch).

Soms laat het noodlot zich van zijn beste kant zien. Ik had dagen met veel drukte en stress achter de rug, en ik zou zaterdagochtend, 17 april voor twee weken (voor mijn werk) naar Chili vertrekken. Donderdagochtend hoorde ik op TV iets over een uit IJsland naderende aswolk, en donderdagavond, toen ik van mijn wekelijkse uitstapje naar de universiteit terug reed naar huis, was het duidelijk: het luchtruim was voor alle vliegverkeer gesloten! Ik hoorde het op de radio, en ik zag het ook in de lucht of, beter gezegd, ik zag niets in de lucht, behalve een intens rode zonsondergang. En het was onwerkelijk stil, geen geluid van opstijgende of landende vliegtuigen over onze boerderij, gelegen op ongeveer twintig kilometer afstand van Schiphol.

Even was het nog spannend, maar in de loop van vrijdagochtend werd het duidelijk: ik kon zaterdag niet vertrekken! Een onverwacht rustig weekeind thuis met mooi voorjaarsweer stond mij te wachten. Wel onder een aswolk, maar deze is volgens deskundigen voor het menselijk oog niet waarneembaar.

En toen gebeurde iets, wat ik op z’n minst opmerkelijk vond: het uitstel per dagdeel. Eerst zou het luchtruim tot twee uur ‘s middags gesloten zijn, toen tot zes uur, vervolgens tot de volgende ochtend enzovoort, enzovoort. Er werd wel over gespeculeerd dat het wellicht ook iets langer zou kunnen duren, maar blijkbaar was deze gedachte toch een stapje te ver voor de homo economicus, voor de opgejaagde mens, die het van zijn agenda, zijn schedule moet hebben. Onthutsend ook inderdaad de economische gevolgen of, meer nog, de soort economische gevolgen: geen verse bloemen meer vanuit Kenia of vanaf Nederland de wereld in, vliegtuigen die maar een beetje aan de grond staan en geen geld opleveren. Het vliegtuig als Bestand, bestellfähig, maar nu even niet.

En ook de gevolgen voor de internationale politiek: Angela Merkel gestrand in Lissabon, Koningin Beatrix laat haar koninklijke wagons uit het spoorwegmuseum  ophalen en premier Balkenende kan niet naar Polen vliegen voor de begrafenis van president Kaczyinski, die nota bene door een vliegtuigongeluk om het leven kwam. En stel je voor dat het vergadercircuit van G8, G20, de VN en hoe ze alle mogen heten opeens zou moeten worden stopgezet? En al die «internationale experts» (zoals ik), die opeens gedoemd zijn thuis te blijven?

Grote radeloosheid alom. Actualiteitenprogramma’s hadden het er inderdaad over, de geoloog (en «klimaatscepticus») Salomon Kroonenberg, hoogleraar in Delft, verscheen twee keer achter elkaar op de buis bij «Pauw en Witteman» en legde uit wat niemand wil horen: dat het nog weken of maanden zou kunnen voortduren, dat het nog erger zou kunnen worden en – met een zekere genoegdoening – dat het toch goed is dat wij mensen weer een keer door de natuur op onze plaats worden gewezen. Wij moeten af van de mythe van de maakbaarheid van de natuur, zegt de man die in andere maten denkt dan de menselijke.

Op het moment dat ik dit stuk schrijf, weet ik niet precies wanneer ik naar Chili zal vertrekken: wellicht maandagochtend, wellicht later – of helemaal niet? De laatste gedachte is haast onvoorstelbaar. Wat zou ik doen: de boot nemen, of toch maar met de virtuele wereld van internet en skype genoegen nemen?

Maar uiteindelijk is het gewoon een grote opluchting, een heel concrete ervaring van onthaasting, ook weet ik al te goed dat de vulkaan op een gegeven moment toch weer tot bedaren zal komen en de moderne vliegen van de wereld-markt weer zullen uitzwermen. Men heeft het al over proefvluchten en speciale corridors.

Maar laten we toch voortspinnen op de gedachte: wat zou er gebeuren, indien een mega-uitbarsting ervoor zal zorgen dat we helemaal niet meer kunnen vliegen, zoals dit nog geen honderd jaar terug, ook zonder vulkaanuitbarstingen, het geval was? Indien wij niet meer voor werk en vakantie naar verre landen zouden kunnen reizen? De «wereldleiders» elkaar niet meer om de haverklap zouden kunnen ontmoeten? Het vervoer van goederen door de lucht weg zou vallen?

Het zou rustiger worden. De economische aktiviteit en wellicht ook de materiële welvaart zouden afnemen. Minder economische aktiviteit zou minder schadelijke milieueffecten opleveren. Klimaatpolitici en -wetenschappers zouden zich niet meer van de ene conferentie naar de andere moeten haasten om van hun missie te getuigen, deze, toch al wrede, planeet te redden.

Ik zou zeggen: laten wij onze dankbaarheid tonen aan Eyjafjallajökull, aan de god van de onderwereld, aan deze zijnsbeschikking. Laten we ernaar luisteren wat de natuur, wat de voedingsbodem van onze existentie ons vertelt, laten we – vrij naar Zarathustra – waardig zwijgen met vuur, lava en as. Laten we ons ervan bewust worden dat de menselijke maat wellicht net een maat te klein is.

Wolfgang Lutz
Student wijsbegeerte deeltijd, bachelor 2
Zaterdag, 17 april 2010